, ,

‘Als ik niet naar de dokter was gegaan, dan had mijn kindje nog geleefd’ #EUG

Lena had een EUG. ‘Als ik niet naar de dokter was gegaan, dan had mijn kindje nog geleefd.’ Lena vertelt het me aan de telefoon. ‘Ik was zwanger en had heftige buikpijn, daarmee ging ik naar de dokter. Die stuurde me door naar het ziekenhuis. Toen bleek dat ik een buitenbaarmoederlijke zwangerschap had. Ik werd met spoed geopereerd. Toen ik wakker werd, was mijn kindje weg.’

Lena geeft zichzelf daarvoor de schuld: ‘Als ik niet zo kleinzerig was geweest, dan had mijn kindje door kunnen groeien. Ik had die buikpijn gewoon moeten verdragen.’

Natuurlijk werkt dat niet zo. Dat weet Lena ook wel. Een kindje kan niet 9 maanden doorgroeien búiten de baarmoeder.
Omdat Lena’s eigen leven in gevaar was, moest ze met spoed geopereerd worden. Nu is ze haar linker eileider kwijt. En haar kindje.

‘Mijn man was vooral blij dat ík nog leefde. Nou, ik niet.’

Miskraam door ingrijpen, zou je kunnen zeggen. Of: medisch noodzakelijke abortus. Zónder dat Lena daar zelf over kon beslissen trouwens. Er was geen tijd om na te denken. Er moest acuut iets gebeuren.

‘Lena, heb je gezien wat ze uit je buik hebben gehaald?’
‘Nou, dat vroegen ze wel [heel goed!], maar dat wilde ik toen niet. Achteraf was dat misschien toch beter geweest. Dan had ik het mee naar huis genomen. Dan had ik mijn kindje begraven bij mijn oma, onder de viooltjes op haar graf.’
‘Ja, mooi idee…’

-.-.-

Ongeveer 1% van de zwangerschappen is buitenbaarmoederlijk. Schatting is dat het in Nederland elk jaar zo’n 2.000 keer voorkomt. In jargon heet het EUG: extra uteriene graviditeit.

Er is een pril kindje dat niet verder kan groeien, omdat het op de verkeerde plek zit. Vaak lost het lichaam het zelf op, dan komt er een miskraam. Soms is bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap ingrijpen van buitenaf noodzakelijk.

De psychosociale impact van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is zeker zo groot als die van een miskraam. En misschien nog wel groter, ook voor de partner, zeker als die zijn/haar vrouw in levensgevaar heeft moeten meemaken. Dit kan er nogal inhakken. Ook als er niet meer over gepraat wordt…

Dus, heeft je cliënt een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of EUG meegemaakt? Vraag ernaar in je intake. En vraag dan niet alleen naar de medische kant van het verhaal, maar ook naar hoe het voor haar, voor hen, was.

In de nascholing ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’ krijg je een checklist met 10 geweldige vragen om te stellen.

De scholing is geaccrediteerde bij de KNOV, de BEN en de NVOG.

Doe je mee? Schrijf je dan nu meteen in.

Ik ontmoet je er graag