Dé tip over de tissues
De training voor verloskundigen “Vrouwen met een miskraam goed begeleiden” heb ik intussen tientallen keren mogen geven. Elke trainingsdag volgt natuurlijk het vaste geaccrediteerde programma, maar toch is elke dag anders qua thematiek.
De BEN heeft de training geaccrediteerd met 6 punten. Omdat er een stevig intervisie-deel is, krijg je in het KNOV-kwaliteitsregister ook 3 MIO-punten voor deze training (naast de 4 punten in categorie A). Door het inbrengen van eigen casuïstiek, ligt het accent elke trainingsdag toch weer net anders. Altijd leerzaam!
Toevallig kwamen de afgelopen weken de tissues een paar keer voorbij. Bij een incompany training, realiseerde een echoscopiste zich ineens: “Hé, de doos met tissues is al een tijdje op. Ik scheur dan een stuk papier af, van de rol voor de echobank. Maar dat is heel stug en niet prettig in je gezicht. Laten we gauw nieuwe dozen met tissues kopen.” Goed idee!
Een paar weken later gaf ik de training bij een andere praktijk. Daar hadden ze wél tissues staan. Het gesprek ging over of je die bij slecht nieuws wel of juist niet actief moest aanreiken aan de ouders.
Tissues aangeven kan onbewust opgepakt worden als “Je mag niet huilen. Droog je tranen.” En dat is vast niet je bedoeling!
Natuurlijk wil je het goede doen voor de ouders in je spreekkamer. En soms zijn tissues precies wat nodig is.
Mijn advies is daarom: zet de tissues zichtbaar en binnen handbereik neer. Zorg dat de doos met tissues in het zicht staat voor ouders, en dat ze er gemakkelijk bij kunnen. Dan kunnen ze ze altijd zelf pakken.
Dat doe ik zelf trouwens ook, in mijn begeleiding van vrouwen die hun kind verloren hebben in de zwangerschap. De tissues staan in het zicht, zo voor het grijpen. En tranen zijn welkom…
© Miriam van Kreij – 2017