Je hebt een zwangere vrouw nèt slecht nieuws gegeven. Het hartje van haar kindje klopt niet meer. Ze gaat een miskraam krijgen.
Vraag dan niet of ze de echofoto mee wil.
Als je dat vraagt, heb je de kans dat ze zegt: ‘Nee joh, dat hoeft niet.’ En dit wil je voorkomen. Omdat de echofoto haar kan helpen om met haar verlies om te gaan.
Wat kan ik dan wel doen?
Wees stellig. Omdat jij de professional bent, weet jij dat de echofoto binnenkort toch waardevol kan zijn voor haar. Daarom zeg je: ‘Ik geef je de echofoto mee.’ Dat is het. Je stelt geen vraag. Je houdt er geen verhaal eromheen: je doet een feitelijke mededeling.
Stop de echo in een dubbelgevouwen A4-tje. Of in een neutrale envelop. (Niet die van Moeders voor Moeders.)
Maar als ze de echofoto echt niet wil?
Dan dring je de envelop natuurlijk niet op. Vertel wel dat ze de echofoto altijd nog kan opvragen. Maar de drempel om dat alsnog te doen, blijkt vrij hoog. Bijna niemand doet dat. Daarom geef je de foto meteen mee.
Oké. Maar bij een lege vruchtzak geef ik de foto niet mee, toch?
Ja, ook dan. Zelfs als je niks meer terugziet van de zwangerschap. Leken herkennen trouwens überhaupt weinig op echoplaatjes.
Voor de vrouw in je echokamer is de echofoto de enige tastbare herinnering aan het einde van haar zwangerschap. Daarom geef je de foto mee, ook als jij er als expert weinig op ziet.
Het is aan de vrouw wat ze er wanneer mee doet, natuurlijk. Sommigen kijken er maanden niet naar. Anne-Rieke wel: ‘De echofoto staat in een lijstje op mijn nachtkastje.’ Lisa1985 vertelt in een besloten facebookgroep: ‘Ik brand er elke dag een kaarsje bij.’ Wensmama17 reageert daarop in het forum: ‘Wat mooi! Nu baal ik extra dat ik geen echofoto kreeg .’
Dus
Geef de echofoto altijd mee. Wat er ook op te zien is.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Wil je meer praktische tips om vrouwen en koppels met een miskraam goed te begeleiden? Doe dan mee aan de KNOV-, NVOG- en BEN-geaccrediteerde nascholing ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’. Graag tot kijk!
Of doe mee aan de nieuwe scholing rond abortus provocatus. Geaccrediteerd door de KNOV en accreditatie in aanvraag bij de BEN. Je bent welkom!
De namen in dit blog zijn geanonimiseerd.
© Miriam van Kreij – 2021
Je ziet een oude dame met opgestoken grijs haar en een parelketting. Het prijskaartje van haar Hermès-blouse steekt uit haar kraag. Tik jij die mevrouw op haar schouder?
Misschien niet als je haar in de Albert Heijn ziet lopen. Maar als ze je oma is, en het is op de begrafenis van je opa, dan zeg je het toch. Omdat je niet wil dat ze voor schut loopt. En je wil ook niet dat ze er pas achteraf achter komt. Dan is het te laat.
Zo is het ook met de vergiet-tip.
Als iemand het moet zeggen, ben jij het. En je kunt er geen week mee wachten.
Wat bedoel je met de vergiet-tip?
De tip aan de vrouw die een miskraam gaat krijgen is: plas door een vergiet. Tenminste, als ze wil opvangen wat ze verliest.
Leonie (42 jaar): ‘Vijftien jaar geleden had ik een miskraam. Ik verloor het op het toilet en in een reflex heb ik doorgetrokken. Ik heb er nóg last van: ik stuurde mijn kind naar het riool.
Ik las nu op je website over het vergiet. Wat had ik dát toen graag geweten. Dan had ik het kunnen bekijken. Denk dat we het dan begraven zouden hebben in het bos.’
Wanneer begin ik over het vergiet?
Zodra ze weet dat ze een miskraam gaat krijgen. Dus meteen de eerste keer dat je haar spreekt. Dát is het moment.
Dus, heb je haar net verteld dat het hartje niet meer klopt? Noem het vergiet voordat ze je echokamer uitloopt. Maakte je collega de echo en bel jij haar een dag later? Vertel over het vergiet voordat je ophangt.
Liever dat ze het twee keer hoort, dan dat niemand het haar vertelt.
Het is toch wat raar. Hoe zeg ik het op een acceptabele manier?
Wil je opvangen wat je verliest? Plas dan door een vergiet.
Hetty is al 23 jaar verloskundige in Alkmaar: ‘Ik zeg het zo: het is misschien een gekke tip, maar als je je kindje wilt opvangen: plas dan vanaf nu door een vergiet. Dan kun je opvangen wat er op te vangen is. Als je het daarna alsnog wilt doorspoelen is dat prima, maar misschien wil je het bekijken of begraven?’
Zet de vergiet-tip ook op jullie website en in de miskraamfolder die je meegeeft.
En dan? Wat kan ze er dan mee doen?
Ze kan het bekijken, ook samen met haar partner. Ze kan er foto’s van maken. Misschien belt ze jou en kun jij als verloskundige het vruchtzakje afspoelen onder de kraan of voorzichtig openmaken? Ze kan het een poosje in water bewaren.
Door het kindje op te vangen, ontstaat tijd om na te denken wat ze ermee wil doen. In deze fotoreportage van Jessica Vink uit Zoetermeer zie je hoe een koppel hun prille kindje begraaft in de tuin.
Doorspoelen mag toch ook gewoon?
Ja. Als dat een bewuste keuze is, is dat prima.
Bij prille zwangerschappen is het vruchtzakje toch veel te klein?
Bij een zwangerschap van vier of vijf weken is het inderdaad te klein om op te vangen. Maar het kan al vanaf een week of zes.
Op de site van de watermethode zie je ook foto’s van kindjes na acht of negen weken zwangerschap.
Gynaecoloog Bart uit Utrecht: ‘Ik noem het vergiet sinds ik de tip in jouw nascholing heb gehoord. Ik had er gewoon nog nooit aan gedacht. Ik vind het een extra voordeel van afwachten of pillen, dat de vrouw of het koppel tastbaar afscheid kan nemen. Dat is bij een curettage echt anders.’
Conny is verloskundige/echoscopist in Flevoland: ‘Ik begeleidde Lilian die bij 11 weken een miskraam kreeg. Wij bellen vrouwen ook altijd na een maand nog. Toen zei Lilian hoe blij ze was met de tip van het vergiet. Ze heeft foto’s gemaakt van haar prille kindje. Die bewaart ze nu bij de echofoto en de zwangerschapstest.’
Dus
Geef de vergiet-tip aan elke vrouw die een miskraam gaat krijgen. Daarmee voorkom je dat ze het in een reflex doorspoelt, waar ze jaren later nog last van kan hebben. Je geeft haar de kans om afscheid te nemen op haar manier.
Wil je meer praktische tips om verschil te maken? Doe dan mee aan de geaccrediteerde nascholing Vrouwen met een miskraam goed begeleiden. Accreditatie door KNOV, NVOG en BEN.
De namen en plaatsnamen in dit blog zijn geanonimiseerd.
© Miriam van Kreij – 2021
Had je ooit een miskraam? Vertel je kinderen erover! Hoe jong of oud ze ook zijn. Hoe lang of kort je miskraam ook geleden is. Hoe pril of vergevorderd je zwangerschap ook was.
Wil je leren hoe je dat doet? Op een manier die goed voelt voor jou en voor je kinderen?
Download dan nu hier gratis ‘Het 5-stappenplan om je kinderen te vertellen over je miskraam’. Dit stappenplan is een heel praktisch hulpmiddel, waardoor je jezelf helpt om het aan je kinderen te vertellen. En daar help je hen weer enorm mee! Hoe jong of oud ze ook zijn.
3 redenen waarom je je kinderen beter wel vertelt over je miskraam
Had je ooit een miskraam? En heb je je andere kinderen daarover verteld? Waarom wel of juist niet?
Een paar jaar geleden hield Miskraambegeleiding Nederland een onderzoek onder meer dan 500 vrouwen die ooit een miskraam hadden. Veel van hen hebben ook één of meer levende kinderen. In de enquête kregen ze de vraag:
Heb je je levende kinderen verteld over je miskraam?
- 50% van de vrouwen heeft haar andere kinderen inderdaad verteld over de miskraam. Waarom? ‘Het hoort bij ons gezin.’ ‘Ik wil uitleggen waarom ik verdrietig ben.’ ‘Ik wil voorleven dat je ook over verdrietige dingen mag praten.’ ‘Het hoort ook bij haar geschiedenis.’ ‘Ik wil dat ze weten dat het vaker voorkomt.’
- 50% van de vrouwen vertelde haar andere kinderen níet over de miskraam. De meest genoemde redenen: ‘Ze waren nog niet geboren.’ ‘Ze zijn nog zo jong, dat begrijpen ze niet.’ ‘Ik wil ze niet belasten met mijn verdriet.’ Allemaal invoelbaar.Maar, 75% van deze groep wil het wel óóit gaan vertellen. En dan wordt het lastig. Want wanneer vertel je het dan? Wat is het juiste moment? Is dat als ze er expliciet naar vragen? Of als ze een bepaalde leeftijd hebben bereikt? Als je kind 5 is? Of 12? Of later als ze zelf aan kinderen gaan denken? De drempel lijkt steeds hoger te worden om het te vertellen.
Waarom is het belangrijk om je kinderen te vertellen over je miskramen? 3 redenen
- Je leeft vóór dat je mag praten over lastige of verdrietige onderwerpen.
Welk voorbeeld geef je als je je kinderen niet vertelt over zoiets belangrijks in je leven? Wat draag je dan uit? Dat je je moet schamen? Dat je verdrietige of lastige dingen vooral voor jezelf moet houden? Waarschijnlijk wil je ze meegeven, dat ze je ook mogen vertellen over dingen waar ze mee zitten. Leef dat voor. Dus, vertel je kinderen over je miskraam. Daarmee geef je het voorbeeld dat er in jullie gezin ook gepraat mag worden over verdrietige of lastige onderwerpen. (Trouwens, als de miskraam voor jou geen verdrietig maar juist neutraal onderwerp is, vertel er dan ook over.) - Ongeboren kinderen zijn van belang in de kinderrij. De volgorde doet ertoe. Dus als je oudste levende kind geboren is ná een miskraam, is hij niet je eerste. Dat te weten, kan een boel stress schelen. Dan hoeft hij niet op zijn tenen te lopen om zich groter voor te doen dan hij is, bijvoorbeeld…
De experts bevestigen dit. Een citaat van rouwprofessor Manu Keirse, van de KU Leuven, in het boek Begeleiding van vrouwen met een miskraam: ‘Vertel het niet alleen degenen die oud genoeg zijn om het te begrijpen, maar ook de heel jonge kinderen en zij die later worden geboren.’ - Vertellen kan problemen in het leven van je kinderen voorkomen.
Nu en in de toekomst. Wat blijkt namelijk? Als ouders niet zelf rouwen om het kind dat er heel kort was, dan gaan hun andere kinderen dat in hun plaats doen. Omdat ze onbewust aanvoelen dat het kindje van de miskraam er ook bij hoort. En dat kan zich bij de levende kinderen uiten op allerlei manieren. Een hang naar de dood, bijvoorbeeld. Of juist verdubbelde energie om twee levens tegelijk te willen leven. Soms hebben levende broers en zussen van ongeboren kinderen moeite om succesvol te zijn op school of later in hun werk. Het geeft rust als je vertelt over je miskraam.
Een moeder: ‘Bijzonder wat het heeft gedaan met mijn oudste van 7, toen we haar vertelden dat er vóór haar ook een kindje in mijn buik heeft gezeten. Ze is er zoveel rustiger van geworden. Voorheen kon ze bezig zijn met heftige vragen over leven en dood, nu geniet ze van het leven.’
Conclusie: vertel je kinderen over je miskraam
Dus, als ouders mij vragen of ze hun kinderen over de miskraam moeten vertellen, zeg ik altijd: ja. Vertel je kinderen erover. En doe dat gerust vandaag.
Hoe jong of oud je kinderen ook zijn. Hoe lang of kort geleden je miskraam ook was. Hoe pril of vergevorderd je zwangerschap ook was.
Goed, maar hóe vertel je je kinderen dan over je miskraam?
Bracha: ‘Ik stond er helemaal niet bij stil dat het belangrijk voor ze kan zijn om te weten van mijn miskraam. Okay, ik wil het mijn kinderen wel vertellen. Maar hoe vertel je zoiets?’
Veel ouders hebben die vraag. Er is een heel praktisch hulpmiddel dat je gratis kunt downloaden: een stappenplan om je kinderen te vertellen over je miskraam. Met deze checklist ben je goed voorbereid om het gesprek met je kinderen aan te gaan. Op een manier die past bij jou en bij je kinderen.
Download nu hier de gratis checklist ‘Het 5-stappenplan om je kinderen te vertellen over je miskraam’.
© Miriam van Kreij – 2018, update 2022
Sinds 2011 begeleid ik vrouwen en koppels na hun miskraam of abortus. Ik heb al veel misvattingen voorbij zien komen over mannen en miskramen.
Dit zijn de 3 meest voorkomende misverstanden over mannen:
- Mannen hebben minder verdriet van een miskraam. Zij denkt: ‘Het doet hem niks, want hij begint er nooit over.’ Hij begint er inderdaad niet over, want hij is bang voor wat hij oprakelt. Letterlijk: ‘Dan gaat ze weer huilen.’
- Mannen stappen er sneller overheen. Het lijkt misschien dat mannen er sneller overheen stappen. Rouwen is een afwisseling van actie en verdriet. Mannen zijn vaak beter in het weer oppakken van activiteiten. Ze gaan bijvoorbeeld eerder weer werken of sporten. Terwijl vrouwen over het algemeen meer tijd geven aan het voelen van het verdriet. De afwisseling is voor beiden nodig.
- Voor mannen is een miskraam minder erg. Dat denken mannen zelf ook nogal eens. Dat het voor hun vrouw sowieso veel erger is. Dat zou kunnen, maar dat betekent niet dat er geen plek is voor hun eigen verdriet. Mannen houden zich vaak sterk. Daarmee ontzeggen ze zichzelf ook steun. Steun van hun partner, van familie of vrienden bijvoorbeeld. Maar ook steun van de verloskundige of een coach.
Dit zijn dus de 3 meest voorkomende misverstanden over mannen & miskramen. Misverstanden die voor grote problemen kunnen zorgen voor de man, voor zijn partner en voor hun relatie.
Maar zo hoeft het niet te gaan.
Wat kun je doen om deze misverstanden te doorbreken? 4 tips
- Vraag hem: ‘En hoe is het voor jou?’ Vraag haar: ‘Hoe is het nou voor hem?’ Vraag ook: ‘Wat helpt jullie om met jullie verlies om te gaan?’
- Ik heb verschillende vrouwen aan de lijn gehad, die zeiden ‘Ik weet niet of ik met deze man nog wel kinderen wil. Hij reageert zo anders op onze miskramen.’ Dat is schrijnend. Het helpt als je als verloskundige, gynaecoloog of coach zegt: ‘Het is normaal dat jullie anders omgaan met jullie verlies.’ Dat zit soms in man-vrouw-verschillen, maar vaker nog in verschillen tussen mensen.
- Voor mannen geeft het veel herkenning om ervaringsverhalen van andere mannen te kunnen lezen.
- Deel dit NRC-artikel ‘Bij wie kan de man terecht na een miskraam’ op je social media-kanalen. Daarmee help je de vele mannen in je omgeving die met miskramen te maken hebben.
- Wijs mannen op de 3 interviews met vaders in mijn eerste boek ‘Begeleiding van vrouwen met een miskraam’. De mannen vertellen over hoe zij het verlies in de zwangerschap beleefden.
- In het boek ‘Pappa’s rouwen ook’ vertellen 12 vaders over het verlies van hun kind(eren).
- Mannen kunnen ook support vinden in de lotgenotengroep De vergeten vader.
- Ik hoor vaak van stellen dat ze het fijn vinden om het boek ‘Als je je kindje verliest in de zwangerschap’ samen in te vullen. Verloskundigen en coaches geven dit boek steeds vaker cadeau aan ouders die hun kindje in de zwangerschap verliezen. In dit boek vinden ouders ook handige beginzinnen om er samen weer over te praten, ook als de miskraam langer geleden is.
Wil je meer kunnen betekenen voor mannen en/of vrouwen? Doe dan mee aan deze unieke opleiding tot miskraamcoach. In de opleiding leer je het 5-stappenprogramma om vrouwen én mannen goed te helpen na verlies in de zwangerschap. Je bent heel welkom om erover met me in gesprek te gaan, dan kun je binnenkort al starten.
© Miriam van Kreij
Miskraambegeleiding Nederland | Miriam van Kreij | 06 24415838 | info@miskraambegeleiding.nl | privacyverklaring
Windei?
Lege vruchtzak?
Miriam, waar héb je het over?
Een zwangerschap zorgt na 9 maanden voor een blakende baby. Dat is het idee. Maar het gaat helaas ook vaak anders. Soms stopt het kindje in wording na een paar weken of maanden met groeien. Dan heeft de moeder een miskraam. Of een stilgeboorte.
Soms gaat het nog éérder mis. Dan is het prille kindje zelfs niet te zien bij de eerste echo. In medisch jargon heet het dan een lege vruchtzak of een windei.
Die termen moeten medische professionals in hun gesprekken met ouders niet meer gebruiken. Niet in het ziekenhuis, niet in de verloskundigenpraktijk, niet in het echocentrum.
Waarom zijn dit verkeerde woorden?
Lisanne* kreeg jaren geleden bij de echo te horen dat ze een windei had. Lisanne: ‘Ik vond de benaming windei heel naar. Alsof het niets was geweest.’
En dat is precies waar het wringt. Want het is wél iets geweest. Er was een bevruchting. Er was het begin van wat tot een kind had kunnen uitgroeien. Maar het is zo vroeg gestopt met groeien dat we het – zelfs met de slimme apparatuur van vandaag – niet kunnen zien op de echo.
De situatie een windei of lege vruchtzak noemen, is ongevoelig en het klopt niet. Het is hetzelfde als zeggen dat de Maya’s ruïnes bouwden.
Als je het Mayapaleis bij Cancún bezoekt, zie je afgebrokkelde muren. Er groeit gras in de voormalige paleiszaal. Het dak is allang verdwenen. Maar zo is het niet altijd geweest: ooit was het indrukwekkend prachtig. Ook al zijn daar nu geen foto’s meer van.
Het bestond, en het was een echt paleis.
Dus, de redenen waarom je geen windei of lege vruchtzak meer gaat zeggen:
Goed, maar wat moet ik dán zeggen?
Omschrijf het. Geertje*, echoscopist bij een groot echocentrum in Noord-Brabant zegt het zo: ‘De zwangerschap is helaas heel vroeg gestopt. Het kindje is niet gaan groeien. Het is zó klein gebleven dat we het zelfs niet kunnen zien op de echo. Het enige dat je hier ziet, is de vruchtzak waarin het kindje had kunnen groeien.’
Geertje vult aan: ‘Soms vragen ouders me nog: kan het niet alsnog gaan groeien? Daarom voeg ik er meestal aan toe: Je gaat een miskraam krijgen en daar gaan we je ook bij helpen. En ik geef de echofoto mee.’
Het is toch wat het is? Sorry hoor, maar om bij een lege vruchtzak te gaan praten over een kindje, dat gaat me echt te ver.
Dat is okay. In plaats van kindje kun je ook jullie prille kindje of het kindje in wording gebruiken. Of dat wat jullie kind had kunnen worden.
Je kunt het eventueel omzeilen door het bij de zwangerschap te houden. Maar dat is abstracter, daarmee sluit je minder goed aan op hoe de ouders het beleven.
Je doet het toch nooit voor iedereen goed.
Dat klopt. Maar woorden als windei of lege vruchtzak zijn zelden passend. Een vrouw voelt zich moeder zodra ze de positieve zwangerschapstest in handen heeft. Sluit op die beleving aan, ook als het vroeg in de zwangerschap misgaat. Dat is respectvol.
Kortom, een pril begin is van belang. Ook als we het niet kunnen zien. Gebruik woorden die daarbij passen
– – – – –
Je bent welkom bij de nascholing ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’. Geaccrediteerd door de KNOV, de BEN en de NVOG.
Je kunt meedoen via zoom of op locatie. De groepen lopen gauw vol, dus schrijf je meteen in.