Vrouwen die hun kind plotseling verliezen in de zwangerschap, komen ineens in een hectische, onverwachte en verdrietige situatie terecht. Gelukkig krijgen ze in Nederland prima medische zorg.

Maar verloskundigen en gynaecologen voelen zich wel eens ongemakkelijk om vrouwen ook op emotioneel gebied goed te begeleiden. Soms weten ze ook niet waar de vrouwen behoefte aan hebben. Dat is jammer, omdat verloskundigen en gynaecologen op een simpele manier meer kunnen betekenen voor de verwerking van plotseling gestopte zwangerschappen.

Als je weet welke vragen leven bij de vrouw, dan kun je daar op inspelen. Maar dan moet je wel weten welke vragen dat zijn!

Sietske kan je er meer over vertellen.
Een half jaar geleden ontmoette ik Sietske Scholten op een bijeenkomst waar we allebei een lezing gaven. In de zaal zaten verloskundigen, kraamverzorgenden en anderen die vanuit hun vak betrokken zijn bij zwangerschap en geboortes.

Sietske verloor haar dochtertje Lila bij 20 weken zwangerschap. Onder andere over dit verlies schreef ze de grotendeels autobiografische roman ‘Beet’ (isbn 9789492270047). Het boek leest heel vlot, ik heb het in één adem uitgelezen. Sietske schrijft zó dat je wel door wilt lezen!

Sietske, wat is er gebeurd?
“In november 2012 verloor ik mijn baby. Ik was op dat moment twintig weken zwanger. Hoe was het mogelijk? Het ene moment verliep de zwangerschap nog voorspoedig. Het volgende moment stortte alles in. Bevatten kon ik het niet. Accepteren wilde ik niet. En toch moest ik bevallen. Ik had ontelbaar veel vragen, maar had geen idee bij wie ik terecht kon.”

Welke vragen had je toen je je dochtertje verloor?
“Nou, ik ben in het ziekenhuis bevallen. En natuurlijk was het allemaal onverwacht, dus ik heb me er niet op kunnen voorbereiden of inlezen. Ik vroeg me van alles af:

  • Mocht ik mijn kindje mee naar huis nemen?
  • Met wat kon ik haar kleden?
  • Mocht ze worden begraven of gecremeerd?
  • Mocht ze worden aangegeven bij de burgerlijke stand?
  • Had ik recht op kraamhulp?
  • Zou ik stuwing krijgen vanwege de borstvoeding?
  • Was het mogelijk om iets tastbaars van Lila te bewaren? Een voetafdruk, foto’s?
  • Hoe kon ik mijn zoontje van twee jaar vertellen dat zusje doodgeboren was?
  • Deed ik er verstandig aan om de baby aan mijn zoontje te laten zien?
  • Hoe kon ik hem hierin het beste begeleiden, terwijl ik zelf intens verdrietig was?
  • Hoe kon ik überhaupt mijn baby loslaten?
  • Hoe moest ik dit ooit gaan verwerken?
  • Was er iemand die mij kon begeleiden bij dit verlies?

Zoveel vragen. Was er maar iemand geweest die de tijd had gehad om naar mij te luisteren en mijn vragen te beantwoorden. Wat zou dat fijn zijn geweest.”

Sietske, dank je wel dat ik je mocht interviewen voor dit artikel. Alle goeds voor jou en je gezin.

Wat kun je doen als verloskundige of gynaecoloog?
Fijn dat je dit artikel gelezen hebt, zodat je meer beeld hebt gekregen bij de vragen die vrouwen kunnen hebben als ze plotseling hun kind verliezen in de zwangerschap.

Je hoeft natuurlijk echt niet op alles een antwoord te hebben. Maar het is wél fijn als je de vrouw kunt doorverwijzen naar waar ze de antwoorden wel kan vinden. Hoe? Bijvoorbeeld door er op jullie website of in jullie miskraambrief aandacht aan te besteden.

Neem bijvoorbeeld deze tekst over voor de emotionele verwerking. En check even of je in jullie medische teksten ook de vragen van Sietske hebt beantwoord? Daar zul je veel vrouwen mee helpen!

Wil je meer weten? Of merk je dat je je nog niet zo zeker voelt als je ouders in deze situatie moet begeleiden? Wil je je ook in dit aspect van je vak verder bekwamen?

Doe dan mee aan de KNOV-geaccrediteerde training ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’. Je bent heel welkom! Of bel me om de training incompany in te plannen voor jouw praktijk of team. Graag tot kijk!

De training is door de KNOV, de BEN en de NVOG geaccrediteerd. Doe je mee?

© Miriam van Kreij – 2017

Judith en Martine zijn ervaren verloskundigen, die ook al jaren echo’s maken. Ze werken allebei bij de Utrechtse Verloskundigenpraktijk Westerkade. Vorig jaar volgden ze de training ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’.

 

 

Wat heb je gehad aan de training?
Martine: “Ik merk dat ik door de training enorm gegroeid ben in mijn begeleiding van vrouwen met een miskraam. Waar het eerst voor mijzelf nog wat onwennig was, merk ik dat het nu al heel normaal aan het worden is om meer door te vragen en er dieper op in te gaan.”

Judith: “Dat herken ik. En ik ben ook heel blij met de praktische tips. Die hebben we ook meteen doorgevoerd in onze praktijk. Onze informatiefolder over miskramen hebben we bijvoorbeeld aangepast met concrete tips over de emotionele verwerking. En bij een intake bij een volgende zwangerschap vragen we nu bijvoorbeeld altijd hoe de miskraam ervaren is.

Kortom, we hebben geleerd dat een miskraam een grote impact kan hebben. Het heeft letterlijk een grotere plek ingenomen in onze verloskundige begeleiding.”

Kost het je meer tijd in je spreekuur?
Martine: “Nee, juist niet. Ik maak er nu echt meer tijd voor aan de telefoon. Door door te vragen en te luisteren, ontstaat er mooie gesprekken. Dat waarderen ze enorm! En het geeft mij ook veel voldoening. Dat maakt dat mijn spreekuur niet langer uitloopt hierdoor. Ik kan er gemakkelijker in sturen, omdat ik weet dat het telefoongesprek later op de dag of later in de week heel waardevol is. Ik sta steviger in mijn schoenen! Heel fijn. Ook voor de ouders die ik begeleid. Dat krijg ik ook van ze terug. Daar doen we het voor!”

Volgden jullie de training incompany?
Judith: “Nou, we zijn met z’n tweeën naar een trainingsdag gegaan. Daar ontmoetten we verloskundigen van andere praktijken. Leerzaam om te horen hoe zij vrouwen begeleiden bij een miskraam.

Na de training hebben we de collega’s van onze praktijk natuurlijk bijgepraat. Maar dat is toch anders dan wanneer je de training zelf volgt. Dan krijg je de informatie uit de eerste hand, van een deskundige. Dus ik zou praktijken eigenlijk aanraden om de training incompany te organiseren! Dan ben je meteen allemaal goed geschoold.”

Tot slot, is de training wel geschikt voor ervaren verloskundigen?
Martine daarover: “Heel grappig, voordat ik me inschreef, heb ik je nog gebeld. Of ik wel iets zou hebben aan de training, met mijn járen ervaring als verloskundige en echoscopiste. Nou, dat antwoord weet ik nu: ja, het was een heel waardevolle dag! Ik ben enorm gegroeid in mijn vak. Aanrader dus, deze training! Zowel voor beginnende als ervaren collega’s!”

Wil je je ook verder ontwikkelen rond miskraambegeleiding?
Doe dan mee aan de training ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’. Je bent welkom! Schrijf je nu in. Of bel me om de training incompany in te plannen voor jouw praktijk of team. Graag tot kijk!

De training is door de KNOV, de BEN én de NVOG geaccrediteerd. Doe je mee?

© Miriam van Kreij – 2017

Waarom is nazorg na een curettage belangrijk? Nou, omdat het niet klaar is, als het fysiek klaar is. Vaak begint de emotionele verwerking pas dan. Waar kan de vrouw dan terecht? Van wie krijgt ze nazorg? Doet het ziekenhuis dat dan of ligt dat bij de 1e lijns verloskundigenpraktijk? Of misschien doen jullie het wel allebei? Of allebei niet…?

Lisse is heel open over haar twee miskramen, bijvoorbeeld op haar blog op www.lavidalisse.nl. Beide keren heeft ze een curettage gehad, maar die heeft ze heel verschillend ervaren. In dit artikel vertelt ze erover.

Aan het eind van dit artikel vind je concrete suggesties voor jouw team: wat kun je doen om vrouwen met een curettage nóg betere nazorg te bieden?

1e keer: afwachten, pillen én curettage
Lisse vertelt: “Bij mijn eerste zwangerschap was op de echo duidelijk een kindje te zien, maar het hartje klopt niet. Ik koos ervoor om de miskraam af te wachten.

Ik wilde dit graag zelf doen. Mijn lichaam had voor mijn gevoel gefaald in het dragen van een kindje, dus dan wilde ik het kindje er in ieder geval zelf uit krijgen.

Drie weken heb ik gewacht op een spontane miskraam, en toen was ik kapot. Ik ging toen naar het ziekenhuis voor medicatie. De pillen zorgden ervoor dat de miskraam op gang kwam, maar ik bleef vijf dagen lang heel veel bloeden. Bij de controle in het ziekenhuis, bleek al gauw dat ik helemaal niet ‘schoon’ was.

Vanaf dat moment ging alles heel snel. Ik werd op een bed gelegd en kreeg te horen dat ik twee uur later geopereerd zou worden. Ik had voor mijn gevoel totaal geen tijd om me voor te bereiden op de curettage die ik per se NIET wilde. Ik wilde niet dat ze mij ‘leeg zouden halen’. Ik ging zwanger naar binnen en zou met een lege buik weer naar buiten komen. Zo had ik het écht niet gewild!

2e keer: direct curettage
Bij mijn volgende zwangerschap bleek bij de echo opnieuw dat het niet goed was. Toen koos ik direct voor een curettage. Ik verbaasde mezelf, maar omdat ik bij de eerste miskraam drie weken had zitten wachten én omdat de medicatie toen niet genoeg had gewerkt, én omdat ik niet weer het risico wilde lopen op een spoedcurettage, besloot ik dat een curettage de beste optie was. Dan had ik in ieder geval controle over de situatie.”

Wat was voor jou de emotionele impact van de curettages?
“Nou, het brengt mentaal achteraf heel wat meer trauma-gevoelens met zich mee dan ik dacht.

  • Het idee dat een ander jouw kindje uit je haalt, is afschuwelijk, ook als je er zelf voor kiest. Je wil het kindje tegen beter weten in héél graag in je buik houden en het liefst laat je niemand aan je kindje komen.
  • Het gevoel dat ik bij mijn eerste zwangerschap geen idee heb waar ik mijn kindje verloren ben, thuis op de wc of in de operatiekamer, kan me nog steeds aangrijpen. Het geeft me het gevoel dat ik een slechte moeder ben en dat ik geen afscheid heb kunnen nemen.
  • Bovendien gaf de spoedcurettage me het gevoel dat ik geen controle had over de situatie – dat er voor mij besloten werd wat er met mijn kindje gebeurde. Terwijl het MIJN kindje was. Dat had ik moeten besluiten.
  • Trouwens, ik noem het graag kindje, maar in het ziekenhuis werd het steeds vruchtje genoemd.
  • Na de tweede miskraam vond ik het vooral lastig dat het kindje/vruchtje achterbleef in het ziekenhuis voor onderzoek. Ik had achteraf weer zo’n leeg gevoel, omdat ik met lege handen naar huis ging en niks had om te begraven. Maar dit kindje bleef in ieder geval achter met een doel: kijken wat er aan de hand was.”

Lisse, welke nazorg heb je gekregen?

  • “Vanuit de verloskundige is er weinig support geweest. Hoewel ik enorm lieve verloskundigen had, voelde ik aan alles dat ze me ook weer loslieten op het moment dat ik geen goede echo had. Ze hebben me telefonisch constant geholpen in de tijd dat ik zat te wachten op mijn eerste miskraam, maar heb ik na de curettages niets meer gehoord.
  • Vanuit het ziekenhuis is er ook weinig tot geen nazorg geweest. Hoewel er lieve mensen waren op het moment dat ik daar was, is er achteraf geen check-up geweest om te vragen hoe het met me ging.
  • De huisarts belde gelukkig wel uit zichzelf op toen zij vanuit het ziekenhuis bericht kreeg dat ik geopereerd was. Zij regelde een verwijzing voor een psycholoog.”

Dus, wat is je advies aan verloskundigen?
Lisse is er helder over. “Ik denk het heel belangrijk is dat verloskundigen en gynaecologen zich realiseren dat het pas begint ná een miskraam. Het krijgen van een miskraam zelf is verschrikkelijk, maar de periode daarna is nog erger. Je staat met lege handen. Het is dan heel erg nodig dat je opgevangen wordt, juist door de mensen die in de zwangerschap ook heel aanwezig waren, zoals een verloskundige. Het doet zeer om zomaar losgelaten geworden door je verloskundige. Houd juist even contact! En geef als het nodig is een verwijzing naar iemand die vrouwen na een curettage wél verder kan helpen om die ervaring te verwerken.”

Lisse, dank je wel!

 

Wat kun je als verloskundige nu met de ervaring van Lisse?

  • Weet wat er nu gebeurt. Ben je 1e lijns verloskundige? Weet je dan wat de 2e lijn of het ziekenhuis aan nazorg doet? En als je 2e lijns verloskundige bent, weet je dan of de 1e lijn de nazorg oppakt? Stemmen jullie dat af in het VSV van jullie regio? Of kan het zijn dat er vrouwen tussen wal en schip vallen?
  • Voer minstens 1 verbeterpunt door in jullie nazorg. Welke nazorg wil je als praktijk of als ziekenhuis bieden? Wat vinden jullie belangrijk? Check hoe het nu gaat in jouw organisatie. Worden vrouwen bijvoorbeeld altijd gebeld, ook na een curettage? En als je 2x de voicemail hebt ingesproken, bel je dan nog een 3e keer? Voer tenminste 1 verbeterpunt door!
  • Volg de training ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’. De betrokkenheid van de verloskundigenpraktijk wordt erg gewaardeerd door vrouwen. Lisse is daarin echt niet de enige. Ik hoor dat veel vaker. Die betrokkenheid doet jullie relatie goed, en dat is ook voor volgende zwangerschappen belangrijk.

Wil je concrete suggesties wat je kunt doen om vrouwen met een miskraam ook goede nazorg te kunnen bieden? Op een manier die past binnen je taak en je uren? Een manier die bovendien goed voelt voor jou en voor de moeders in je praktijk of ziekenhuis? Doe dan mee aan de KNOV-gecertificeerde training ‘Vrouwen met een miskraam goed begeleiden’. Je bent welkom!
Deze training kan ook incompany voor jouw praktijk, coöperatie of ziekenhuis. Bel of mail me gerust als je dat wilt organiseren.

Overigens is Lisse nu weer in verwachting! Ze is deze zomer uitgerekend. Mooi om te zien hoe zij en haar man ook hun twee ongeboren kinderen plek geven in hun gezin. Alle goeds gewenst!

© Miriam van Kreij – 2017